
Waar het konijn vandaan komt is niet 100% met zekerheid te zeggen. Men denkt dat de voorouders van de konijnen die wij nu kennen uit Azië komen. In Europa hebben ze zich vervolgens over grote gebieden verspreid. Er zijn sporen gevonden van konijnen die ongeveer een miljoen jaar geleden in heel Europa leefden, behalve in de meest noordelijke streken in Rusland. Toen de temperatuur echter bleef dalen en de Eerste IJstijd kwam, moest het konijn zich terugtrekken naar warmere gebieden. Zo kwamen de konijnen terecht op het Iberische schiereiland (tegenwoordig Spanje en Portugal). Rond het jaar 1100 v. Chr. bereikten de Foeniciërs (een volk afkomstig uit Libanon) het Iberische schiereiland en troffen daar in grote getallen konijnen aan. Men vond dat ze leken op de klipdas, een dier dat lijkt op konijnen maar korte oren heeft, en familie is van de olifant.
Pas in de Middeleeuwen werd het konijn een huisdier. Tegen die tijd werden konijnen door monniken gehouden, ook in ruime beschermde tuinen. Wanneer er konijnen met een andere kleur werden geboren, bijvoorbeeld witte of gevlekte konijnen, werden deze door de monniken apart gehouden en er werd mee gefokt. Dit is het begin van het houden van het konijn als huisdier. Later in de geschiedenis duiken de konijnen steeds vaker op. Zo schilderde in 1530 Titiaan een schilderij met een wit konijntje er op. In de 2e helft van de 16e eeuw was er een geleerde, Scaliger, die het bestaan vermeldt van verschillende kleuren konijnen.